Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zijt dan alle [34]menselijke ordening [35]onderdanig, [36]om des Heeren wil; hetzij [37]den koning, als de opperste macht hebbende; 34. Grieks menselijke schepping; welke woorden enigen voor de overheid zelf nemen, die zo genoemd wordt omdat zij uit mensen bestaat en door mensen gewoonlijk wordt gesteld. Anderen verstaan het van de ordinantien en wetten, die de overheid tot onderhouding der burgerlijke enigheid en welvaart maakt. Doch de eerste verklaring komt met de volgende woorden wel zo goed overeen. 35. Namelijk in al wat zij u gebieden, zo zulks tegen God en Zijn bevel niet strijdt. Zie Hand.4:19. 36. Dat is, omdat het Gods wil is u door dezelve te regeren. Zie Rom.13:1; 1 Tim.2:2. 37. Waardoor hier de Roomse keizer wordt verstaan, onder wiens gebied die provincien toen stonden.